Afval opslaan

Om verontreiniging van het milieu te voorkomen en de veiligheid van uw omgeving te garanderen, is het belangrijk dat bedrijfsafval op de juiste manier wordt opgeslagen. 

Klein Gevaarlijk Afval (KGA)

Gevaarlijk afval is afval dat gevaarlijk is voor mens, dier of milieu. Voorbeelden zijn afvalstoffen die zware metalen, polychloorbifenylen (PCB's) of (landbouw)chemicaliën bevatten. Ook afgewerkte olie, oliefilters, batterijen en accu's behoren tot het gevaarlijke afval.

Voor andere stoffen, zoals bijvoorbeeld oplosmiddelen en beitsbaden, geldt dat deze in bepaalde samenstellingen worden gerekend tot de gevaarlijke stoffen. De Europese lijst afvalstoffen (Eural) biedt een overzicht van alle afvalstoffen en geeft per stof aan of al dan niet sprake is van gevaarlijk afval. Radioactief afval is weliswaar gevaarlijk, maar valt niet onder gevaarlijk afval. Hiervoor gelden aparte regels (zie dossier Straling).

Chemisch en gevaarlijk afval

In het algemeen moet gevaarlijk afval naar categorie gescheiden opgeslagen, ingezameld en bewerkt of verbrand worden. Vanwege de schadelijke bestanddelen mag gevaarlijk afval niet bij het gewone afval. Klein gevaarlijk afval van huishoudens wordt klein chemisch afval of KCA genoemd. Klein gevaarlijk afval van bedrijven wordt aangeduid als Klein gevaarlijk afval (KGA).

Opslaan bedrijfsafval

Om verontreiniging van het milieu te voorkomen en de veiligheid van uw omgeving te garanderen, is het belangrijk dat bedrijfsafval op een correcte manier wordt opgeslagen. Hierbij maken we onderscheid tussen niet-gevaarlijk en gevaarlijk afval.

Niet-gevaarlijk afval

Niet-gevaarlijk afval is afval dat géén direct gevaar voor het milieu oplevert. Hierbij kun je denken aan papier, theezakjes, plastic flessen, etc. U dient niet-gevaarlijk afval op te slaan in afsluitbare bakken om overlast als stank, zwerfafval en/of ongedierte te voorkomen.

Gevaarlijk afval

Gevaarlijk afval is afval dat wél direct gevaar voor het milieu oplevert. Denk hierbij aan chloor, olie, etc. Gevaarlijke afvalstoffen moeten zo worden opgeslagen, dat het milieu niet kan worden verontreinigd. Ook mag er geen reactie kunnen ontstaan met andere stoffen. Meestal moet de opslag van deze stoffen dan ook plaatsvinden volgens de voorschriften van de PGS 15 (voorheen CPR 15-1 en CPR 15-2).
Dat betekent dat het opgelagen moet worden in een geventileerde ruimte en op een vloeistofdichte vloer. Ook moet de opslagruimte zestig minuten brandwerend zijn of op een bepaalde afstand liggen van andere gebouwen en terreinen.

Twijfelt u aan de manier waarop u uw afval moet opslaan? Neem dan contact op met uw brancheorganisatie of de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord (OD NHN).