Ondergrondse olietank

In Nederlandse voor- en achtertuinen liggen nog veel ongebruikte en ongesaneerde tanks onder de grond. Deze kunnen vloeibare (brand-) stoffen of afgewerkte olie bevatten. Sinds de overschakeling op aardgas worden dergelijke tanks meestal niet meer gebruikt. 

Niet- gesaneerde olietank

Een tank heeft een levensduur van circa 15 tot 20 jaar en kan vroeg of laat gaan lekken. Dit kan ernstige bodemvervuiling met zich meebrengen. Een niet- of onjuist gesaneerde tank moet daarom worden verwijderd. Alleen een KIWA-erkend bedrijf mag olietanks verwijderen. De tank en de leidingen worden uitgegraven, schoongemaakt en weggehaald. Het gat wordt opgevuld met schoon zand. U krijgt dan het KIWA-saneringscertificaat. De eigenaar is verantwoordelijk voor de schade als een dergelijke tank gaat lekken en bodemvervuiling veroorzaakt.

Woont u in een gebied dat pas laat is aangesloten op het gas- en leidingennet, dan kan er nog een olietank in uw tuin liggen. Ook in oude stadswijken (met woningen die gebouwd zijn vóór 1970) liggen soms nog tanks onder de grond.
Putdeksels, koperen doppen, ontluchtingspijpen of vreemde verzakkingen in de tuin zijn aanwijzingen voor de aanwezigheid van een tank. Ook een oude leiding in de kelder of kruipruimte kan wijzen op olieaanvoer. U kunt ook navraag doen bij vroegere bewoners en buren.

Twijfelt u over de aanwezigheid van een ondergrondse tank in uw tuin? Neem dan contact op met de OD NHN. Als u weet dat u een ondergrondse tank bij uw pand heeft, moet u dit aan de OD NHN/gemeente melden.

Regels op een rij
  • Vóór 1 september 1993 moesten alle tanks bij de OD NHN of gemeente worden gemeld. Vindt u alsnog een tank, meld dit dan zo snel mogelijk bij de OD NHN of gemeente.
  • Alle niet meer in gebruik zijnde tanks moesten vóór 1998 worden verwijderd of gesaneerd door een KIWA-erkend bedrijf. Is uw tank gesaneerd, maar heeft u geen KIWA-saneringscertificaat, dan kan het zijn dat de tank alsnog moet worden verwijderd. Neem hierover contact op met de OD NHN of gemeente.
  • Sinds 1 januari 1999 worden tanks niet meer gesaneerd, maar worden ze altijd verwijderd.
  • Tanks die nog in gebruik zijn moeten jaarlijks worden gekeurd. Die keuringsrapporten moet u bewaren.
Melden of gebruiken ondergrondse olietank

Iedereen die een ondergrondse opslagtank in zijn tuin vindt, is verplicht dat bij de OD NHN of gemeente te melden.

Tanksaneringen moeten altijd minstens 5 werkdagen voorafgaand aan de sanering worden doorgegeven ter goedkeuring.
Omdat olietanks een gevaar vormen voor de bodem, kan sanering van een oude tank het beste zo snel mogelijk gebeuren. Hoe later dat gebeurt, hoe groter de kans op ernstige bodemverontreiniging en bijbehorende extra saneringskosten. De eigenaar is hiervoor wettelijk aansprakelijk.

Een ondergrondse tank blijven gebruiken?

U mag een ondergrondse tank in gebruik hebben, maar dan moet deze jaarlijks worden gecontroleerd. Tijdens deze controle wordt gekeken naar:

  • Kathodische bescherming (systeem om een ondergrondse tank tegen doorroesten te beschermen)
  • Peilbuizen (buis waaruit een grondwatermonster kan worden genomen)
  • Aanwezigheid van water en bezinksel in de tank (de aanwezigheid daarvan in een tank kan schade veroorzaken door corrosie)

U moet een financiële zekerheidstelling afsluiten, vanwege eventuele bodemvervuiling.

Verkoop huis

Als u uw huis verkoopt, bent u verplicht in het koopcontract te vermelden dat er een olietank in de tuin ligt. Het maakt daarbij niet uit of de olietank nog in gebruik is of niet. Is de olietank niet gesaneerd, dan moet u de tank vóór overdracht van de woning laten verwijderen door een Kiwa-erkend bedrijf. Het saneringscertificaat overhandigt u bij overdracht van het huis aan de koper. Bent u van het bestaan van een ongesaneerde olietank op de hoogte en zegt u daar niets over, dan loopt u het risico dat de koper u later voor de schade aansprakelijk stelt.