Wet- en regelgeving dronegebruik

Tijdens een dronevlucht moet u rekening houden met de volgende zaken:

• Houd uw drone altijd in het zicht

• Verleen voorrang aan alle andere luchtvaartuigen

• Vlieg niet in bijzijn van andere luchtvaartuigen

• Vlieg niet binnen de no-flyzone of binnen 3 km afstand tot een vliegveld

• Vlieg alleen binnen de daglichtperiode (zoals gepubliceerd in de luchtvaartgids)

• Houd een veilige afstand tot mens en dier (advies: tenminste 50 meter)

• Houd voldoende afstand tot bebouwing  (advies: tenminste 50 meter)

• Houd voldoende afstand tot spoorwegen, wegen en havens  (advies: tenminste 150 meter)

• Vlieg op een maximale hoogte van 120 meter boven de grond of het water

• Vlieg niet verder dan 500 meter van u vandaan

• Vlieg niet boven kunstwerken

• Vlieg niet in de buurt van hoogspanningskabels

• Vlieg als particulier alleen met een drone tot maximaal 25 kg

• Houd u bij het maken van beeldmateriaal aan de privacywetgeving

• In (beschermde) natuurgebieden zijn toegangsregels van toepassing. Houd u aan deze regels en overtreedt deze ook niet bij incidenten met het dronegebruik.

Op de volgende websites vindt u de actuele regelgeving omtrent dronegebruik:

• Vliegen met een drone als particulier
• Mag ik overal vliegen met mijn drone? 
• Regeling modelvliegen 

Beroepsmatig vliegen met drones is alleen toegestaan wanneer het bedrijf over de juiste papieren beschikt en tevens in het bezit is van een vergunning. De piloot van de drone dient te beschikken over een vliegbrevet en voor de drone moet een bewijs van luchtvaardigheid zijn afgegeven.

De vergunning (RPAS Operator Certificate, kortweg ROC) wordt verleend door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

De ILT geeft twee soorten vergunningen af; de ROC-light en de ROC. De ROC-light is de lichte vorm van de vergunning, in de volksmond ook wel de ‘minidrone-regeling’ genoemd. De ROC is de uitgebreide vergunning, waarmee u meer mogelijkheden heeft dan met de light variant.

Het is afhankelijk van uw situatie welke documenten u nodig heeft om een drone voor commercieel gebruik in te zetten.

• Bent u piloot met een eigen drone en gebruikt u de drone voor uw eigen bedrijf? Dan heeft u een ROC, een vliegbrevet én een bewijs van luchtwaardigheid nodig.
• Huurt u als bedrijf een piloot en een drone in? Dan moet het bedrijf een ROC aanvragen. De piloot dient zorg te dragen voor het vliegbrevet en de eigenaar van de drone voor het bewijs van luchtvaardigheid.