Bescherming van natuurgebieden

Het vervangen, onderhouden of nieuw aanbrengen van kabels leidingen of andere infrastructuur in of nabij Natura 2000-gebieden kan negatieve effecten hebben op de natuurgebieden. Hierbij valt te denken aan aantasting van de habitattypen of leefgebieden, verstoring, verdroging of stikstofdepositie. Het project zal dus ecologisch getoetst moeten worden.  

In sommige beheerplannen zijn vrijstellingen opgenomen over de uitvoering van kleinschalige werkzaamheden. Over het algemeen geldt voor kleinschalig een oppervlakte van maximaal 100 m². De beheerplannen zijn via deze website van de Provincie Noord-Holland te vinden.

Vliegen met een drone kan effect hebben op de natuur in een Natura 2000-gebied. Voordat er gevlogen wordt, moeten deze effecten bekend zijn. Meer informatie kunt u vinden op deze pagina over drones.

Projecten buiten de begrenzing van de Natura 2000-gebieden kunnen alsnog effect hebben op de Natura 2000-gebieden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan geluid, licht, trillingen, openheid of de grondwaterstand. Bij projecten in de buurt van Natura 2000-gebieden moet daarom ook gekeken worden wat de effecten zijn. Er kan geen uitsluitsel worden gegeven tot op welke afstand effecten op voorhand zijn uit te sluiten. Dat is afhankelijk van de doelen van het nabijgelegen Natura 2000-gebied en het project. Een ecologisch adviseur kan hier inzicht in geven. 

Meer informatie over Natura 2000-activiteiten is te vinden op deze pagina op onze website onder het kopje ‘Bescherming van gebieden’.  

Alle activiteiten waarbij stikstof uitgestoten wordt, kunnen leiden tot stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden. Ieder evenement is anders qua omstandigheden (hoeveelheid uitstoot, afstand tot Natura 2000-gebieden). Sommige evenementen kunnen alleen doorgaan als zij maatregelen nemen om de stikstofdepositie te beperken, zoals de inzet van elektrisch materieel.  

Alleen een onderbouwde AERIUS-berekening kan uitsluitsel geven of een natuurvergunning nodig is.  Als uit een AERIUS-berekening blijkt dat er sprake is van (een toename van) depositie op een stikstofgevoelig habitattype en ernstige gevolgen op voorhand niet uit te sluiten zijn, moet er een natuurvergunning aangevraagd worden. Het is in dat geval onzeker of de vergunning verleend kan worden. 

Ja, er zijn eisen verbonden aan een dergelijk onderzoek. Zo zijn er bepaalde richtlijnen waar de invoergegevens van een AERIUS-berekening aan moeten voldoen. Ook is er altijd een onderbouwing nodig om te kunnen toetsen of de aannames in de berekening realistisch zijn. Meer informatie over het aanvragen van een vergunning m.b.t. stikstof vindt u onder andere op de website van BIJ12: https://www.bij12.nl/onderwerp/stikstof/wnb-vergunning-aanvragen/

Meer landelijke informatie over stikstof en stikstofwetgeving vindt u op: https://www.bij12.nl/onderwerp/stikstof/