Overlast en schade
Als op uw gronden belangrijke schade is ontstaan of dreigt te ontstaan, kan het noodzakelijk zijn dat u diersoorten moet verjagen. Van een aantal soorten is bekend dat zij op bepaalde (gewas-)percelen vaak schade veroorzaken. Enkelen hiervan zijn opgenomen in de ‘Verordening vrijstelling beschermde soorten’ van de Provincie Noord–Holland. Voor andere soorten is in de meeste situaties een ontheffing nodig om schade te bestrijden.
In een aantal gevallen is sprake van belangrijke overlast. Vaak is overlast van toepassing op die situaties waar geen concrete schade is of dreigt, maar wel hinder wordt ondervonden van beschermde diersoorten.
Te denken valt aan grote groepen vogels in de bebouwde kom of overlast van uitwerpselen aan gebouwen en andere roerende zaken.
Wilt u een ontheffing aanvragen voor belangrijke overlast? Vul dan het aanvraagformulier soortenbescherming in.
De eerste en vaak gemakkelijkste oplossing voor (dreigende) schade is om preventieve maatregelen te nemen. Natuurlijk moeten deze maatregelen wel toegestaan zijn.
BIJ12-unit Faunafonds heeft verschillende Faunaschade Preventiekits ontwikkeld, waarin u een overzicht van preventieve maatregelen vindt om gewasschade door beschermde inheemse diersoorten te voorkomen en te beperken.
Meer informatie over de Faunaschade Preventiekits vindt u op deze pagina van BIJ12.
Voordat gebruik gemaakt kan worden van de provinciale vrijstellingsverordening of een ontheffing ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, moet sprake zijn van (dreigende) schade.
Wij zien belangrijke schade als schade die door wettelijk beschermde diersoorten is aangerichte aan landbouwgewassen. Deze schade is door BIJ12-unit Faunafonds getaxeerd op € 250,- of hoger per perceel waarop schade is aangericht.
Bij schade aan andere in de wet genoemde belangen is de schadetaxatie van tenminste € 250,- niet van toepassing.
De schade dient wel inzichtelijk te worden gemaakt.
Als preventieve maatregelen niet helpen, dan mag u in sommige gevallen dieren verjagen, vangen of doden.
Uitgangspunt hierbij is dat u moet aangeven hoe beschikbare en haalbare effectieve preventieve maatregelen voldoende en afdoende zijn ingezet om schade te voorkomen of te beperken. En dat er dus geen andere bevredigende oplossing is.
Er bestaan veel middelen en methoden (waaronder verjaging) waarmee belangrijke schade of gevaar kan worden beperkt of voorkomen. Ondersteunend afschot zien wij als uiterst middel.
Om populaties van in het wild levende dieren op een duurzame manier te beheren, vindt faunabeheer plaats. Het beheer van dierenpopulaties is géén bevoegdheid van de provincie en de OD NHN.
De grondgebruikers, zoals terreinbeherende organisaties, zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het faunabeheer. Zij kunnen hiervoor bij de provincie een ontheffing aanvragen op basis van de faunabeheerplannen van de Faunabeheereenheid Noord-Holland (FBE Noord-Holland).
Meer informatie over faunabeheer in Noord-Holland vindt u op deze website van de FBE Noord-Holland.