Ruimtelijke ontwikkeling en ingrepen

Bij buitenwerkzaamheden kunt u te maken krijgen met beschermde diersoorten. Niet alleen bij een nieuw project, maar ook als u bijvoorbeeld gaat (ver-) bouwen of een bestaande situatie ingrijpend gaat veranderen. U moet dan rekening houden met beschermde plant- en diersoorten.

Rechts van deze pagina vindt u een brochure over wat de Wet natuurbescherming regelt voor soortenbescherming bij ruimtelijke ingrepen.

Ruimtelijke ingrepen

Bij elke ruimtelijke inrichting en ontwikkeling moet u nagaan of uw werkzaamheden een negatief effect kunnen hebben op beschermde plant- en diersoorten. Volgens de wet mag u geen schade toebrengen aan vogels en aan beschermde dieren of planten. Wanneer u met de werkzaamheden een overtreding van de verboden niet kunt voorkomen, is een ontheffing mogelijk noodzakelijk. Deze kunt u aanvragen bij de OD NHN.

De effectenindicator van Bij12 kunt u gebruiken om te bepalen of uw activiteit kan leiden tot schadelijke effecten voor beschermde soorten. Wanneer er een kans is op schadelijke effecten kunt u de gemeente of een ecologisch deskundige vragen of die soorten daadwerkelijk voorkomen en zo ja, wat u het beste kunt doen om de schade te voorkomen. De effectenindicator vindt u via deze link.

Beschermde soorten aanwezig?

Een ecologisch deskundige kan het best vaststellen of er beschermde plant- of dierensoorten aanwezig zijn op de locatie waar u aan het werk gaat. De deskundige kan u ook advies geven over het voorkomen van schadelijke effecten.

Hebben de werkzaamheden negatieve invloed op beschermde plant- of dierensoorten? Dan is mogelijk vervolgonderzoek noodzakelijk. Zijn uw werkzaamheden niet schadelijk? Dan hoeft u geen ontheffing voor de Wet natuurbescherming aan te vragen.

U moet natuurlijk wel de zorgplicht naleven.

Maatregelen

Wanneer beschermde soorten aanwezig zijn moet u maatregelen nemen om schadelijke effecten te voorkomen of te verzachten.

U kunt de maatregelenindicator gebruiken om snel een eerste inzicht te krijgen in de mogelijke maatregelen, die deze (negatieve) effecten van de activiteit kunnen voorkomen of verminderen.

Voor initiatieven van grotere omvang is meestal vervolgonderzoek nodig om vast te stellen of een activiteit in de praktijk daadwerkelijk schadelijk is.

Als blijkt dat na het nemen van maatregelen negatieve effecten niet zijn uit te sluiten, is het aanvragen van een ontheffing noodzakelijk. De maatregelenindicator vindt u via deze link.