Algemene informatie
Voor het aanvragen van een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming voor gebiedsbescherming, vindt u rechts van deze pagina het aanvraagformulier. Als u gebruik maakt van het aanvraagformulier, dient u een definitieve aanvraag in. Voor vragen kunt u een e-mail sturen naar postbus@odnhn.nl.
Regelmatig wordt de vraag gesteld of voor een project een vergunning, of een verklaring van geen bedenkingen (VVGB), voor de afgifte van een omgevingsvergunning noodzakelijk is. Het antwoord dat geen vergunning of VVGB nodig is, is een bestuurlijk rechtsoordeel. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland geven met ingang van 1 augustus 2021 geen bestuurlijke rechtsoordelen meer. Dat komt omdat de rechtsbescherming onzeker is en het stellen van beperkingen of voorwaarden niet mogelijk.
Gedeputeerde Staten geeft wel algemene informatie. Daarmee kan de vragensteller of Burgemeester en wethouders van een gemeente zelf vaststellen of een vergunning of een VVGB nodig is. Een Initiatiefnemer of gemeente kan aan de hand daarvan bepalen of een aanvraag wordt ingediend of een verklaring wordt gevraagd. Als geen vergunning nodig is en wel een aanvraag wordt ingediend of een VVGB wordt gevraagd, volgt een positieve weigering. Een positieve weigering is een besluit waarin de Gedeputeerde Staten de aanvraag voor een vergunning afwijzen, omdat voor een project geen vergunning nodig is. Een positieve weigering kan voorwaarden of beperkingen bevatten. Voor een belanghebbende (de aanvrager, maar ook een derde-belanghebbende) staat bezwaar en beroep open tegen een positieve weigering.
Voortvloeiend uit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn is in Nederland een groot aantal gebieden aangewezen als beschermd Natura 2000-gebied. Deze bescherming is geregeld in hoofdstuk 2 van de Wet natuurbescherming (Wnb).
In Noord-Holland bevinden zich verschillende Natura 2000-gebieden. Voor elk van deze gebieden is bepaald welke natuurlijke kenmerken beschermd zijn, behouden moeten blijven of uitgebreid moeten worden. Dit zijn de zogenaamde instandhoudingsdoelen. Het kan daarbij gaan om planten en om dieren.
Op grond van de Wet natuurbescherming is het verboden om zonder vergunning activiteiten uit te voeren die een negatieve invloed kunnen hebben op deze instandhoudingsdoelen. Indien dat wel zo is, wordt bij de beoordeling van de vergunningaanvraag een strenge toets aangelegd, waarmee de alternatieven voor de activiteit worden beoordeeld.
Voor nieuwe activiteiten of uitbreiding van bestaande activiteiten, moet u mogelijk een vergunning op basis van de Wet natuurbescherming aanvragen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als een nieuwe koeienstal wordt gebouwd of als een groot evenement wordt georganiseerd.
Rechts op de pagina vindt u de brochure Wet natuurbescherming en evenementen. In deze brochure vindt u aanbevelingen die van pas kunnen komen tijdens het proces van een vergunningaanvraag voor evenementen.
Het kan zijn dat u wilt gaan vliegen met bijvoorbeeld een drone, klein sportvliegtuig, een watervliegtuig, een helikopter en/of een luchtballon. Indien u voor de starts en landingen een zogenaamde TUG-ontheffing moet aanvragen en de locatie voor de starts en landingen ligt nabij een Natura2000-gebied in Noord-Holland, moet er ook een toetsing plaatsvinden in het kader van de Wet natuurbescherming.
Let op: Als u wilt gaan vliegen met een drone verzoeken wij u uiterlijk vier weken van tevoren een volledig ingevulde aanvraag met een vliegplan bij ons aan te leveren. Deze termijn is nodig om uw aanvraag te beoordelen en om een correct onderbouwd besluit af te geven. Wij verzoeken u daarnaast de informatie op deze pagina voor het vliegen met een drone goed door te nemen voordat u een verzoek bij ons indient. Tot slot willen wij u wijzen op de verplichting tot het betalen van leges aan de provincie Noord-Holland. De tarieven voor een vergunning in het kader van Gebiedsbescherming vindt u op deze webpagina van de provincie Noord-Holland. Voor het aanvragen van een vergunning gebruikt u het aanvraagformulier vergunning Gebiedsbescherming.
Als een aanvraag op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming is of wordt gedaan, wordt deze aanvraag voortaan behandeld met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (UOV). De reden hiervoor is dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 14 juli 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1507) een uitspraak heeft gedaan die noopt tot het volgen van de UOV. Hierop zijn geen uitzonderingen (meer) mogelijk.
Door de toepassing van de UOV geldt een langere beslistermijn dan geldt op grond van de Wet natuurbescherming.
Omdat wij de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (UOV) van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op de voorbereiding van de besluiten over gebiedsbescherming (o.a. stikstof) moeten toepassen bedraagt de beslistermijn 6 maanden (artikel 3.18 Awb).
Let op; per 1 januari 2020 bent u bij bepaalde aanvragen leges verschuldigd. In het aanvraagformulier is aangegeven of er leges van toepassing zijn. Meer informatie en de tarieven zijn te vinden op deze pagina van de provincie Noord-Holland.